Van alle uitdagingen waar wij het voorbije jaar voor hebben gestaan, na Junes diagnose van ASS, was eten misschien wel de grootste. Waar wij voorheen altijd principieel eisten dat de kinderen van alles proefden en het liefst nog hun bordje leegaten, hebben wij onze aanpak nu drastisch moeten bijsturen. June liep vast in maaltijden zonder dat wij wisten waarom. Ondertussen, na veel onderzoek en dagelijks geploeter, is ons duidelijk geworden dat iets heel 'onnozels' - zoals de kleur van eten, de geur, de structuur/textuur of hoeveelheid - voor haar een onoverkomelijk euvel kan zijn. Gele kaas? Laat maar komen. Witte kaas? Je moet het lef maar hebben! Een wortelstaafje waar kruimels van haar boterham aan hangen, omdat die in hetzelfde bordje lagen? Besmet. Geef maar aan de kippen. Geduldig vragen wat er precies 'fout' is aan het bordje, lukt ook niet, want de stress is op zo'n moment te groot. En vaak weet ze het zelf niet eens of vindt ze de woorden niet om het uit te leggen.
Waar de maaltijd bij veel kinderen al een grote uitputtingsslag is, kan dat bij kinderen met ASS nog eens extra pittig zijn. Daar komt nog bij dat mijn dochter flink wat groeiachterstand heeft in te halen, en dus goed moet blijven eten.
En dan zijn er zo van die momenten dat het licht aangaat in je hoofd. Een vakkenbord, dat moest ik hebben! Ik had eerder al de aankoop van zo'n bordje overwogen, maar zo'n kleurrijk bordje in melamine voor kleuters, dat wou ik haar ook niet voorzetten, bang om een verkeerd signaal te geven. Tot ik op het idee kwam een fonduebord te kopen, een rond, porseleinen bord met verschillende vakjes. Eentje dat niet meteen opvalt aan tafel. Eentje voor grote kinderen.
Het bordje blijkt een groot succes. Ik kan eindelijk weer gerechtjes maken die wij ouders met plezier eten, en ik kan lekker weer nieuwe gerechten uitproberen. Want koken, dat doe ik te graag om steeds weer dezelfde vijf 'veilige' kindergerechten te moeten blijven maken.
Vandaag maakte ik bijvoorbeeld een groen slaatje met roquefort, gekaramelliseerde pecannoten, plakjes peer en een vinaigrette. Had ik haar dit voorgeschoteld, was de hel losgebarsten. Maar het vakkenbordje loste dit probleem fantastisch op. Ik verving de roquefort door blokjes kaas (geel!), liet uiteraard de vinaigrette weg, hield een paar pecannoten zonder karamellaagje apart en verving de peer door komkommer (om praktische redenen, te veel komkommer en te weinig peer in huis). Hieronder mijn bord… en haar bord.
En haar bordje werd tot op de laatste kruimel leeggegeten! Broer at hetzelfde als zij, maar dan wel door elkaar gemengd op één bord.
Een overwinning, me dunkt! Want niet alleen eet ze nu heel evenwichtig, ze proeft ook van ingrediënten waar ze anders niet aan had durven komen, gewoon omdat alles herkenbaar en benoembaar blijft (ook belangrijk!), en netjes geordend is.
Zal ze altijd zo moeten eten? Misschien wel. De psychologe verduidelijkte nog eens dat ASS voor het leven is, en dat die eetproblemen er misschien nooit zullen uitgroeien. Maar terwijl ik een week geleden nog vreesde nog tien jaar lang kinderkost te moeten maken, ben ik nu opgelucht dat ik op deze manier toch kan blijven koken zoals ik dat zo graag doe. En wie weet… Misschien leert ze op deze manier genoeg ingrediënten kennen om zich ooit aan een slaatje te durven wagen, op een dappere dag...
Maar wat voor kinderen met ASS werkt, werkt vaak ook bij kinderen zonder beperking. Dus aarzel niet om deze methode ook te introduceren als de maaltijd iedere dag weer een strijd is. Bovendien kun je er ook een heel aantrekkelijk hapjesbord van maken om als vieruurtje of zoals hieronder bij de boterhammen voor te schotelen. Dat is hier in een mum van tijd leeg!
Om vragen voor te zijn: het recept van het slaatje dat ik maakte vind je hier (ik maakte het zonder spekjes).
Porseleinen vakkenbordjes, waaronder dat van June, vind je onder meer hier.