donderdag 8 juli 2021

Puberkuren en hoe je ze overleeft

Instagram staat vol met verhalen over baby's en kleine kinderen en hoe je ze opvoedt. Iemand die een vraag stelt over borstvoeding of een merk van fopspeentjes heeft meteen antwoord. Maar zodra die schattige kindertje hun puberteit ingaan, wordt het stil. Begrijpelijk wel, want je gooit het leven van je tiener niet zomaar te grabbel, laat staan zijn problemen.

Kleine kinderen, kleine zorgen. Grote kinderen, grote zorgen. Je hoort het vaak, maar het is echt niet uit de lucht gegrepen.

Ik merk dat de nood om hierover informatie uit te wisselen en troost te zoeken bij andere worstelende puberouders heel groot is. Maar er rust vaak ook een taboe op. Niemand hangt graag de vuile was buiten. En we zijn bang voor een scherp oordeel.

Omdat ik zelf enorm veel troost kan putten uit de herkenbare verhalen van andere ouders deel ik hier graag wat ik al heb geleerd sinds we gezegend zijn met een 'echte tiener' en eentje in volle wasdom. Let op: ik heb het hier niet over kinderen van 11 met 'puberkuren', maar wel over 'the real deal'. Over de puber die de dag inruilt voor de nacht, de weg naar de badkamer niet meer vindt, hele nieuwe biotopen van viezigheid kweekt in zijn kamer, en liever doodgaat dan op straat met zijn ouders te worden gezien. Dat soort puber.

Ik heb zo'n echte puber in huis en nummertje twee is goed op weg er ook eentje te worden. Ik ga hier echt niet beweren de wijsheid in pacht te hebben. Zeker niet. We hebben ook nog heel wat puberjaren te doorworstelen en dus nog veel te ontdekken. Maar dankzij een jarenlange opvolging door de jeugdpsychiater (omwille van ass en adhd), veel gesprekken met onze gezinstherapeute en andere specialisten, kostbare boeken en podcasts ontdekten we al heel wat waardevolle handvatten om ons aan op te trekken. Zonder die hulp zouden we zeker al verdronken zijn. En omdat één nieuw inzicht je hele kijk of de relatie met je kind kan veranderen (wat zeg ik: je leven!), deel ik hier graag de inzichten die mijn hele kijk op opvoeden op zijn kop hebben gezet.


1. Het puberbrein is een bouwwerf. Ze hebben misschien een lijf dat ver boven het jouwe uitsteekt, maar aan die hersenen is nog heel veel werk. Tieners zijn impulsief, streven instant beloningen na, denken niet vooruit ... en ze kunnen er niets aan doen want hun brein is gewoon niet af.

Dan Siegel legt hier heel mooi uit hoe dat brein in elkaar zit.


2. Je kind moet die navelstreng doorknippen. Zich losrukken. En dat doen ze niet op een vriendelijke manier. Ze keren zich heel bruusk van je af, spreken je in alles tegen en je bent gewoon de minst coole en saaiste persoon op aarde. Dit maakt deel uit van het opgroeien. Je kind maakt zich los en doet dat op deze manier. Onze jeugdpsychiater zei zelfs dat hoe veiliger een kind zich voelt bij zijn ouders, hoe meer hij zich durft af te zetten. Want hij durft dat risico te nemen zonder angst zijn ouders te verliezen.


3. Neem het niet persoonlijk. Je tiener zal je gemeen behandelen. Je willen raken. Je haten. En ze weten heel goed hoe ze je moeten treffen. En ouders die dit persoonlijk nemen, zullen het veel moeilijker hebben. Denk aan dat brein, aan dat noodzakelijke proces van afzetten. Ze zijn gewoon nog niet af.


4. Stel jezelf de vraag: wil ik dat mijn kind later aan me terugdenkt als de moeder/vader die altijd zaagde of als een warme ouder waar hij altijd bij terecht kon? Want dat zagen... dat heeft toch geen zin. Daar kun je maar net zo goed mee ophouden. Ze lopen een week in dezelfde onderbroek rond, hun tienergrot is een varkensstal en ze zullen te laat aan hun huiswerk beginnen. Sowieso. Daarover zagen is puur energieverlies. Let op: dat wil niet zeggen dat je dit allemaal maar oké moet vinden. Maar er zijn andere manieren om dit aan te pakken. Humor kan al veel doen.


5. Luister zonder oordeel. Als je wil dat je kind je dingen blijft vertellen, zul je moeten luisteren zonder (meteen) te oordelen, zonder te preken. Mijn 15-jarige zoon vertelde me tijdens een wandeling onlangs dat hij een sigaretje heeft geprobeerd. Dat zei hij uit zichzelf. Ik luisterde, vroeg wat hij ervan vond ("misselijk", oef!), wat hem ertoe heeft gebracht dat te proberen. Hij bleef vertellen. Ik luisterde. Uiteindelijk stuurde ik het gesprek wel in de juiste richting en konden we ook de risico's en gevaren bespreken. Maar de communicatie bleef open en een preek bleef uit. Wat je kind je komt vertellen, is niet altijd wat je wilt horen. Maar die communicatie openhouden, is zo belangrijk als je wilt weten wat er in zijn leven gebeurt.


6. Vergeet niet dat ze je heel hard nodig hebben. Pubers gaan je het gevoel geven dat enkel hun vrienden er nog toe doen, dat ze jou niet nodig hebben. Maar niets is minder waar. Ze hebben je net heel hard nodig, net als de grenzen die jij stelt. Grenzen zijn veiligheid. Een kind dat niet wordt begrensd, wordt een ongelukkig, onzeker kind.


7. Maak samen afspraken. Je puber zet zich niet alleen af tegen jou als persoon, maar ook tegen alle regels die je oplegt. Stel die regels samen op. Geef je tiener inspraak, want dat vinden ze nu heel belangrijk. Vraag "wat stel jij dan voor?" en zoek samen naar een compromis waar iedereen zich in kan vinden. Jouw wil blijft wet natuurlijk. Jij houdt de eindredactie in handen. Maar geef ze inspraak in het vastleggen van die regels. Anders mag je er zeker van zijn dat ze met de voeten worden getreden.


8. Blijf werken aan een positieve relatie. Is je kind 's avonds met slaande deuren en een "ik haat jou" naar zijn kamer verdwenen? Maak hem dan 's morgens gewoon zoals altijd wakker met een knuffel of een lief woordje. Een nieuwe dag, een nieuw begin. Wrok koesteren is zijn gedrag persoonlijk nemen. En dan ben je terug naar af. Stel wel duidelijke grenzen als je tiener écht brutaal wordt.


9. Herstel de verbinding. We maken als ouders fouten. We zeggen dingen die we niet menen, verliezen ons geduld, slingeren onze kinderen verwijten naar het hoofd. Dat zal gebeuren. We zijn ook maar mensen. Zolang je de verbinding maar herstelt. Het kan geen kwaad om je kind te vertellen dat je het moeilijk had, dat je geduld op was, dat je dit of dat niet had mogen zeggen. Integendeel. Je kind leert hier veel uit.


10. Verdiep je in emotiecoaching. Stel: je kind zit nukkig in de zetel en snauwt iedereen af. Je kunt vragen wat er scheelt, maar de kans is groot dat je geen antwoord krijgt. Wat dan wel te doen? Benoem zijn emoties. "Ik zie dat je boos bent", "Ik zie dat je het moeilijk hebt"... Wedden dat hij dan zal beginnen te praten? Want hij voelt zich gezien. Bevestig zijn verhaal en gevoelens met "dat is inderdaad niet leuk", of "het moet echt rot zijn geweest om zoiets mee te maken". Ik volgde er een cursus over, probeerde het thuis uit en stond versteld van het resultaat. Ik ontdekte bovendien dat ik zelf ook nood heb aan die aanpak. Iemand die zegt "Ik zie dat je het moeilijk hebt" in plaats van "Ben je nu boos omdat....???" Het is zo simpel, maar zo doeltreffend.


11. Verwacht niets (positiefs) terug. Mind blown! Wat een schok toen ik dat voor het eerst uit een professionele mond hoorde. Want je geeft zoveel en krijgt niets terug (zonder te willen veralgemenen). Dat is een rotgevoel. Je voelt zoveel ondankbaarheid. Als je er vrede mee neemt dat je niets terug moet verwachten, wordt alles weer zoveel gemakkelijker.


12. Verlies geen energie aan mensen die vinden dat je te soft bent, die denken dat je je kind zijn zin geeft door hem inspraak te geven in de regels, door niet te reageren op zijn bitse aanvallen. Want door de relatie met je kind positief te houden, bereik je zoveel meer dan wanneer je continu de strijd aangaat. Want die strijd zul je uiteindelijk verliezen. En je stelt wel degelijk grenzen, maar niet op een agressieve, destructieve manier. Wij kwamen tot dit inzicht door ons te verdiepen in 'geweldloos verzet', een heel mooie opvoedingsstijl die alleen maar winnaars oplevert als je het weet vol te houden.


13. Dat gezegd zijnde: hou vol. Blijf erin geloven. Onze jeugdpsychiater zei "hou vol en het komt goed". Is dat gemakkelijk? Nee. Als je uitgeput bent, is dat zelfs heel moeilijk. Blijf dus ook goed voor jezelf zorgen, zodat je steeds weer de energie vindt om het te kunnen blijven volhouden. En dan komt het echt wel goed.


Dit is dus alles wat ik tot nu toe leerde. Maar mijn oudste is nog maar 15 jaar. Hij moet nog beginnen uitgaan. Dus hierbij een warme oproep aan andere ouders om hun gouden tips hieronder te delen! Of je hart te luchten, of vragen te stellen aan elkaar... Er is nood aan, daar ben ik zeker van!


Tot slot nog wat inspiratie om te lezen, te bekijken of te beluisteren:


Boek: Ouders in nesten, van Sven Bussens: de theorie over 'geweldloos verzet' van Haim Omer, maar in een beknopt, heel leesbaar formaat.


Podcasts: de intussen 128 afleveringen van Marieke Ringrose-Blijlevenmotivatiecoach voor tieners en hun ouders. Goud waard!


Lezingen op YouTube: alles van psychiater Dan Siegel (wel in het Engels).